De schoolstraat Songtext
von Wim De Craene

De Schoolstraat is een lang verhaal van heel oude huizen.

Met ramen in de verf gezet zodra de lente komt.

Er is de oude beukenhaag die hunkert naar een schaar.

Dat komt goed uit voor iedereen die in de Schoolstraat komt.

De Schoolstraat is niet ver van hier.
Ik haal je op aan ′t schoolkwartier.

Ik heb een fiets, ik breng je thuis.
Spring maar vooraan op de buis.
Zal ik stoppen op de hoek als jij mij om een kus verzoekt.
O wat ben je bijdehand, zet ik de fiets maar aan de kant.
Johan kent er Annelies en Ria houdt van Jan.
Erik houdt zich aan de kant maar weet er alles van.
Walter haalt zijn hand terug terwijl hij naar de liefjes bromt.
De kat van moe is zwanger als de kater weer ontkomt.


De Schoolstraat is niet ver van hier,
Ik haal je op aan 't schoolkwartier.
Ik heb een fiets, ik breng je thuis
Spring maar vooraan op de buis.
Zal ik stoppen op de hoek als jij mij om een kus verzoekt.
O wat ben je bijdehand, zet ik de fiets maar aan de kant.
De Schoolstraat is niet ver van hier,
Ik haal je op aan ′t schoolkwartier.
Ik heb een fiets, ik breng je thuis.
Spring maar lekker op de buis.
Zal ik stoppen op de hoek als jij mij om een kus verzoekt.
O wat ben je bijdehand, zet ik de fiets maar aan de kant.
De meisjes hebben per seizoen een stukje van hun rok gelaten.
Het lijkt aldus meer zomers maar er valt over te praten.
Moeder neemt haar kind terzij en moet haar een en ander kwijt.
Weet je wat er dan gebeurt en vader is niet bij de tijd?
De Schoolstraat is niet ver van hier,
Ik haal je op aan 't schoolkwartier.
Ik heb een fiets, ik breng je thuis, spring maar vooraan op de buis.
Zal ik stoppen op de hoek als jij mij om een kus verzoekt.
O wat ben je bijdehand, zet ik de fiets maar aan de kant.
De Schoolstraat is gebleven in dezelfde oude trant
En ik weet voor mezelf, ik heb er heel wat in gekend.
Er zal niet veel veranderen in de eerste honderd
Jaar.
Met 16 komt de Lente en de liefde voor mekaar.
De Schoolstraat is niet ver van hier,
Ik haal je op aan 't schoolkwartier.
Ik heb een fiets, ik breng je thuis.
Spring maar lekker op de buis.
Zal ik stoppen op de hoek als jij mij om een kus verzoekt.
O wat ben je bijdehand, ik zet de fiets maar aan de kant.