Ochtend weer Songtext
von Typhoon

De geest is ontsnappingsgezind.
Hangen in coffeeshops, drinken.
Kijken naar geile wijven op het net.
Ik snap dat ding, ieder z′n gif,
Ik kijk films, ik dacht voor inspiratie.
Waarheid?
Ik ben niet blij met mijn situatie.
Misschien ken ik de magische combinatie van woorden niet.
Of hoor ik hier niet.
Laat me delen.
De dag waaruit het komt, wordt beetje bij beetje leger.
En al had ik een heel leger om die wereld te omarmen, zijn die armen te kort.
Armen in overvloed, maar toch.
Laat maar gaan, wil niet falen.
Gooi m'n hasj in de prullenbak om het er vervolgens uit te halen.
Ik voel me zo′n goed prater,
Zo'n Nicotinel pleisterplakker die stopt na het allerlaatste pakje.
Fuck jou!


Wat je overdag niet verzilvert, houdt 's nachts geen stand.
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Wat je overdag niet verzilvert, houdt ′s nachts geen stand.
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer

Zie me zitten in de twilight,
Midden in de high life.
Shit, ik voel mezelf.
Zeg me, hoe zou jij zijn?
Hoogtepunten volgen elkaar op vanuit de skyline.
Soms daal ik af, op m′n bek, op m'n kaaklijn.
Ik kan alles maken, iedereen pijn doen.
Kan een beetje bot zijn, zeggen: je moet normaal doen!
Ik weet ′t altijd goed, heb m'n antwoord klaar,
Schrijf een verse en een hook in een handomdraai.
En ′t is flex ook.
En in bed ook is 't net zo,
Daarna klaar om te gaan, Let′s go.
Gooi je handen in de lucht voor de stress in m'n rug en de chaos in m'n hoofd en de waarheid die ik ontloop.
Want de waarheid is: ik eis perfectie van mezelf, maar ben menselijk, maak fouten en maak leugentjes om bestwil.
Met je neus.
Ik zie lijkbleek en ′t is van mindstate naar mindstate naar de eindstreep.


Wat je overdag niet verzilvert, houdt ′s nachts geen stand.
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Wat je overdag niet verzilvert, houdt 's nachts geen stand.
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer

Kwakkelaar met een fakkel,
Mengelberg op de achtergrond, fuck het allemaal.
Als de afwas is gedaan, ben ik daar, al is het een paar dagen later.
Overlast van knoflook in m′n prullenbak, schimmelgootsteen.
Men zegt: het roken staat je niet.
Ik zeg: wat? Ik woon hier alleen.
Volle asbak, brandgat in m'n kleed, brak van een nacht doorhalen, niemand om me heen.
Wat de ochtend niet hoort, hoeft′ ie niet te weten,
Smoor het nachtelijk geweten.
Maar muren hebben oren,
De straten ogen,
Een halve waarheid verteld,
Is anders dan gelogen.

Wat je overdag niet verzilvert, houdt 's nachts geen stand.
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Wat je overdag niet verzilvert, houdt ′s nachts geen stand.
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer
Altijd die ochtend weer